Jozua 3 – Het Boek HTB

Het Boek

Jozua 3:1-17

De overtocht door de Jordaan

1De volgende morgen in alle vroegte, verlieten Jozua en het hele volk Sittim. Diezelfde avond bereikten zij de oever van de Jordaan, waar zij enige dagen hun kamp opsloegen alvorens over te steken. 2-4Op de derde dag gingen enkele aanvoerders het kamp door en gaven de volgende instructies: ‘Wanneer u de Levitische priesters de ark van het verbond met de Here, uw God, ziet dragen, volg hen dan. Waar wij heengaan, bent u nog nooit geweest, daarom zullen zij u de weg wijzen. Blijf echter ongeveer een kilometer achter hen, met een duidelijke ruimte tussen de ark en u, zorg ervoor dat u niet dichterbij komt.’

5Toen droeg Jozua iedereen op zich te heiligen. ‘Morgen,’ zei hij, ‘zal de Here een groot wonder verrichten.’ 6De volgende ochtend gaf Jozua de priesters de opdracht: ‘Neem de ark op en leid ons over de rivier!’ En zo gingen zij vóór het volk uit.

7‘Vandaag,’ zei de Here tegen Jozua, ‘zal Ik u grote eer geven, zodat heel Israël weet dat Ik net zo met u ben als Ik met Mozes was. 8Geef de priesters die de ark dragen, opdracht dat zij in het water gaan staan zodra ze bij de oever van de Jordaan zijn aangekomen.’ 9Jozua riep het volk bijeen en zei: ‘Kom hier en luister naar wat de Here, uw God, heeft gezegd. 10Vandaag zal het u duidelijk worden dat de levende God in uw midden is en dat Hij vast en zeker de Kanaänieten, Hethieten, Chiwwieten, Perizzieten, Girgasieten, Amorieten en Jebusieten zal verdrijven. 11Want de ark van het verbond van God, die de Here van de hele aarde is, zal u over de rivier leiden! 12Kies nu twaalf mannen, één uit elke stam, voor een speciale opdracht. 13-14 Wanneer de priesters die de ark van de Here dragen met hun voeten het water aanraken, zal de rivier ophouden met stromen. Het water dat van bovenaf komt, zal als een dam blijven staan!’ Dit gebeurde in het oogstseizoen en de Jordaan was al buiten zijn oevers getreden. Toen het volk zich in beweging zette en de voeten van de priesters die de ark van het verbond droegen het water raakten, 15-16 begon het rivierwater zich plotseling ver stroomopwaarts bij de stad Adam, dichtbij Zarethan, op te hopen alsof het een dam was! Het water beneden dat punt stroomde verder naar de Zoutzee, tot de rivierbedding droog stond. Toen stak het hele volk de rivier over ter hoogte van Jericho. 17De priesters die de ark droegen, stonden op het droge midden in de Jordaan en bleven daar, terwijl het hele volk aan hen voorbij trok.