Bildads reactie
1Bildad uit Suach antwoordde Job:
2‘God is machtig en ontzagwekkend. Hij handhaaft de vrede in de hemel.
3Wie kan zijn legers tellen? Er is geen plek waar zijn licht niet schijnt.
4Hoe kan een gewone sterveling voor God gaan staan en beweren dat hij rechtvaardig is? Wie op aarde kan in ernst zeggen dat hij rein is?
5De heerlijkheid van God is zo groot dat zelfs de maan en de sterren vergeleken bij Hem in het niet vallen.
6Hoeveel minder is dan de mens! Die is immers slechts een worm in zijn ogen!’
The Third Speech of Bildad
1Then Bildad the Shuhite replied,
2“God is King. He should be feared.
He establishes peace in the highest parts of heaven.
3Can anyone count his troops?
Is there anyone his light doesn’t shine on?
4How can human beings be right with God?
How can mere people really be pure?
5Even the moon isn’t bright
and the stars aren’t pure in God’s eyes.
6So how about human beings? They are like maggots.
How about mere people? They are like worms.”