Jesaja 21 – HTB & NVI-PT

Het Boek

Jesaja 21:1-17

Gods profetie over Babel

1Dit is Gods profetie over Babel.

Het onheil komt als een stormwind over u heen vanuit de angstaanjagende woestijn, als een wervelwind uit de Negev-woestijn. 2Ik zie een dreigend visioen, het is vreselijk om te zien! God vertelt mij wat Hij gaat doen. Ik zie u, geplunderd en vernietigd. Elamieten en Meden zullen deel hebben aan de overwinning. Babel zal vallen en het gekerm van de volken die het onderdrukte, zal ophouden. 3Mijn maag komt in opstand en brandt van pijn, pijn als van een barende vrouw. Mijn benen worden slap als ik hoor wat God van plan is, ik krimp ineen, verblind door angst. 4De schrik overvalt mij en mijn hart bonst als een razende. De schemering, waarvan ik vroeger zo genoot, maakt mij nu bang.

5Kijk! Zij maken alles klaar voor een feestelijke maaltijd! Ze dekken de tafels met voedsel en schuiven hun zetels bij om te gaan eten. Snel, snel, grijp uw schilden en maak u klaar voor de strijd! U wordt aangevallen!

6-7 Ondertussen (in mijn visioen) had de Here mij gezegd: ‘Zet een uitkijk op de stadsmuur en laat hij melden wat hij ziet. Als hij een groep mannen ziet komen die twee-aan-twee op ezels en kamelen rijden, zeg dan tegen hem: “Dat zijn ze, houd ze goed in de gaten!” ’

8-9 En ik zette een uitkijk op de muur en uiteindelijk schreeuwde hij: ‘Heer, ik heb dag en nacht op wacht gestaan! En nu eindelijk, kijk! Daar komen zij die twee-aan-twee rijden!’ Toen hoorde ik een stem die riep: ‘Babel is gevallen en alle afgoden van Babel liggen gebroken op de grond.’ 10Och, mijn geslagen en vertrapte volk. Ik heb u alles verteld wat de Here van de hemelse legers, de God van Israël, tegen mij heeft gezegd.

11Dit is Gods profetie over Edom.

Iemand uit uw midden blijft naar mij roepen: ‘Wachter, hoe ver is de nacht gevorderd? Wachter, hoe ver is de nacht gevorderd?’ 12En de wachter antwoordt: ‘De ochtend breekt aan, maar maar dan komt er weer een nieuwe nacht. Keer terug naar God, dan kan ik u beter nieuws bezorgen. Zoek naar Hem, keer daarna terug en vraag het mij opnieuw!’

13Dit is Gods profetie over Arabië.

Karavanen van de Dedanieten, u zult u verschuilen in de wouden van Arabië. 14Volk van Tema, breng deze dorstige vluchtelingen voedsel en water. 15Zij zijn gevlucht voor getrokken zwaarden, scherpe pijlen en de verschrikkingen van de oorlog! 16‘Binnen een jaar,’ zegt de Here, ‘zal er een einde komen aan de overmacht van hun vijand, de machtige stam van Kedar. 17Slechts enkelen van hun gevreesde boogschutters zullen overblijven.’ De Here, de God van Israël, heeft gesproken.

Nova Versão Internacional

Isaías 21:1-17

Profecia contra a Babilônia

1Advertência contra o deserto junto ao mar:

Como um vendaval em redemoinhos que varre todo o Neguebe,

um invasor vem do deserto,

de uma terra pavorosa.

2Eu tive uma visão terrível:

O traidor fora traído,

o saqueador, saqueado.

Elão, vá à luta! Média, feche o cerco!

Porque ponho fim a todo gemido que ela provocou.

3Diante disso fiquei tomado de angústia,

tive dores como as de uma mulher em trabalho de parto;

estou tão transtornado que não posso ouvir,

tão atônito que não posso ver.

4O meu coração se estremece,

o temor toma conta de mim;

o anoitecer que eu tanto aguardava

transformou-se em terror para mim.

5Eles põem as mesas, estendem a toalha,

comem, bebem!

Levantem-se, líderes,

preparem os escudos!

6Assim me diz o Senhor:

“Vá, coloque um vigia de prontidão

para que anuncie tudo o que se aproximar.

7Quando ele vir carros com parelhas de cavalos,

homens montados em jumentos 2 ou em camelos,

fique alerta, bem alerta”.

8Então o vigia21.8 Conforme os manuscritos do mar Morto e a Versão Siríaca. O Texto Massorético diz um leão. gritou:

“Dia após dia, meu senhor,

eu fico na torre das sentinelas;

todas as noites permaneço em meu posto.

9Veja! Ali vem um homem num carro

com uma parelha de cavalos,

e ele diz:

‘Caiu! A Babilônia caiu!

Todas as imagens dos seus deuses

estão despedaçadas no chão!’ ”

10Ah, meu povo malhado na eira!

Eu conto a vocês o que ouvi

da parte do Senhor dos Exércitos,

da parte do Deus de Israel.

Profecia contra Edom

11Advertência contra Dumá21.11 Dumá significa silêncio, um trocadilho com a palavra Edom.:

Gente de Seir me pergunta:

“Guarda, quanto ainda falta para acabar a noite?

Guarda, quanto falta para acabar a noite?”

12O guarda responde:

“Logo chega o dia, mas a noite também vem.

Se vocês quiserem perguntar de novo,

voltem e perguntem”.

Profecia contra a Arábia

13Advertência contra a Arábia:

Vocês, caravanas de dedanitas,

que acampam nos bosques da Arábia,

14tragam água para os sedentos;

vocês, que vivem em Temá,

tragam comida para os fugitivos.

15Eles fogem da espada,

da espada desembainhada,

do arco preparado

e da crueldade da batalha.

16Assim me diz o Senhor: “Dentro de um ano, e nem um dia mais,21.16 Hebraico: como os anos de um contrato de trabalho. toda a pompa de Quedar chegará ao fim. 17Poucos serão os sobreviventes dos flecheiros, dos guerreiros de Quedar”. O Senhor, o Deus de Israel, falou.