Jeremia 24 – HTB & CCBT

Het Boek

Jeremia 24:1-10

Het visioen van de vijgen

1Nadat koning Nebukadnezar van Babel koning Jechonja van Juda, de zoon van Jojakim, gevangen genomen en tot slaaf gemaakt had en hem samen met de bewindslieden van Juda, de smeden en andere vaklui verbannen had naar Babel, gaf de Here mij het volgende visioen.

Ik zag twee manden met vijgen voor de tempel in Jeruzalem staan. 2In de ene mand zaten verse, net gerijpte vijgen, maar in de andere zaten slechte vijgen, te rot om op te eten. 3Toen vroeg de Here: ‘Wat ziet u, Jeremia?’ Ik antwoordde: ‘Vijgen, een mand met goede en een mand met slechte vijgen.’

4-5 Daarna zei de Here: ‘De goede vijgen staan voor de bannelingen uit Juda die naar Babel zijn gestuurd. 6Ik heb het voor hun bestwil gedaan. Ik zal ervoor zorgen dat zij daar goed worden behandeld en hen hier weer terugbrengen. Ik zal hen helpen en geen pijn doen, Ik zal hen planten en niet uitrukken. 7Ik zal hun een hart geven dat Mij wil kennen. Zij zullen mijn volk zijn en Ik zal hun God zijn, want zij zullen met grote blijdschap naar Mij terugkeren. 8Maar de rotte vijgen zijn een beeld van koning Zedekia van Juda, zijn dienaren en alle anderen uit Jeruzalem die in dit land zijn achtergebleven. Ook zij die in Egypte wonen, horen hierbij. Ik zal hen behandelen als slechte vijgen, niet geschikt om te eten. 9Ik zal hen verspreiden over alle landen van de wereld. Overal waarheen Ik hen verdrijf, zullen zij worden beledigd, uitgelachen en vervloekt. 10Ik zal hen laten kennismaken met de gewelddadige dood, honger en ziekten, totdat zij zijn verdwenen uit het land Israël dat Ik aan hen en hun voorouders gaf.’

Chinese Contemporary Bible (Traditional)

耶利米書 24:1-10

兩筐無花果的比喻

1巴比倫尼布甲尼撒耶路撒冷猶大約雅敬的兒子耶哥尼雅猶大的官員、技工和工匠擄到巴比倫以後,耶和華使我看見兩筐無花果放在祂的殿前。 2一筐無花果極好,好像初熟的果子;另一筐則壞得不能吃。 3耶和華問我:「耶利米啊,你看見什麼?」我回答說:「無花果。好的好極了,壞的壞得不能吃。」

4耶和華便對我說: 5以色列的上帝耶和華這樣說,『那些從這裡被擄到迦勒底猶大人在我眼中是好無花果。 6我要眷顧他們,帶他們回到這裡。我要使他們興起,不再毀滅他們;我要栽培他們,不再剷除他們; 7我要賜給他們一顆心,使他們認識我是耶和華。他們要做我的子民,我要做他們的上帝,因為他們必全心全意地歸向我。』 8至於那些壞得不能吃的無花果,耶和華這樣說,『猶大西底迦及其官員,以及留在耶路撒冷埃及的人在我眼中就像壞得不能吃的無花果。我必丟棄他們, 9使他們的遭遇令天下萬國驚懼。在我流放他們去的地方,他們必受凌辱、嘲笑、譏諷和咒詛。 10我要使戰爭、饑荒和瘟疫臨到他們,直到他們在我賜給他們和他們祖先的土地上滅亡。』」