Exodus 24 – HTB & CARST

Het Boek

Exodus 24:1-18

Veertig dagen en nachten op de berg

1De Here zei tegen Mozes: ‘Klim naar boven met Aäron, Nadab en Abihu en zeventig van de leiders van Israël. Allen, behalve Mozes, moeten op een afstand neerknielen. 2Alleen Mozes mag naar Mij toe komen en onthoud goed dat het volk de berg absoluut niet mag betreden.’

3Toen gaf Mozes alle regels en wetten die de Here hem had gegeven, aan het volk door. En het volk riep eenstemmig: ‘Aan alles wat de Here heeft gezegd, zullen wij gehoorzamen.’ 4Mozes schreef alle wetten van de Here op. Vroeg in de morgen bouwde hij een altaar onder aan de berg van de Here met twaalf grote gedenkstenen er omheen, voor elke stam van Israël een. 5Toen liet hij een aantal jongemannen brandoffers en stieren als vredeoffers aan de Here brengen. 6Daarna nam Mozes de helft van het bloed van de offers en deed het in schalen. De andere helft sprenkelde hij over het altaar. 7En hij las de mensen voor uit het boek dat de regels en wetten van het verbond met God bevatte. En het volk zei opnieuw: ‘Wij zullen ons aan al deze wetten houden.’ 8Toen nam Mozes een schaal met bloed, sprenkelde het over het volk en zei: ‘Dit bloed bevestigt het verbond dat de Here met u heeft gesloten door deze regels en wetten te geven.’

9Toen klommen Mozes, Aäron, Nadab en Abihu en de zeventig leiders de berg op. 10Zij zagen de God van Israël en het leek alsof Hij op een vloer van saffieren stond, helder als de hemel. 11Hoewel de leiders God nu zagen, doodde Hij hen niet. Nadat zij God hadden gezien, aten en dronken zij gewoon. Er was niets met hen gebeurd.

12De Here zei tegen Mozes: ‘Klim omhoog naar de plaats waar Ik ben, dan zal Ik u de wet en de geboden geven, die Ik op stenen plaquettes heb geschreven, zodat u het volk ermee kunt onderwijzen.’ 13Mozes en Jozua stonden op en klommen verder omhoog naar de berg van God. 14Tegen de leiders zei Mozes: ‘Blijf hier op ons wachten. Als er problemen zijn, kunnen jullie bij Aäron en Chur terecht.’ 15Toen klom Mozes de berg op en verdween in de wolk die de top van de berg bedekte. 16De heerlijkheid van de Here rustte zes dagen lang op de berg Sinaï en op de zevende dag riep God Mozes vanuit de wolk. 17Het volk onder aan de berg was getuige van het indrukwekkende schouwspel, de heerlijkheid van de Here op de bergtop leek op een verterend vuur.

18Mozes beklom de berg verder en verdween in de wolk. Daar bleef hij veertig dagen en nachten.

Священное Писание (Восточный перевод), версия для Таджикистана

Исход 24:1-18

Заключение священного соглашения

1Затем Вечный сказал Мусо:

– Поднимись ко Мне с Хоруном, Надавом, Авиудом и семьюдесятью старейшинами Исроила. Вы поклонитесь Мне издали, 2но приблизится ко Мне один Мусо – остальные пусть не приближаются. Народ пусть вообще не поднимается с ним.

3Когда Мусо пришёл и передал народу слова и законы Вечного, народ ответил в один голос:

– Мы сделаем всё, как сказал Вечный.

4Мусо записал всё, что сказал Вечный. На следующее утро он встал рано, построил жертвенник у подножия горы и поставил двенадцать каменных столбов по числу исроильских родов.

5Он послал двенадцать юношей исроильтян, и они принесли всесожжение Вечному и закололи в жертву примирения молодых быков. 6Мусо взял половину жертвенной крови и налил её в чаши, а другой половиной окропил жертвенник. 7Он взял книгу священного соглашения и прочитал народу. И народ ответил:

– Мы сделаем всё, как сказал Вечный. Мы будем послушны.

8Мусо взял оставшуюся кровь, окропил ею народ и сказал:

– Это кровь, скрепляющая священное соглашение, которое Вечный заключил с вами, дав вам эти законы.

9Мусо, Хорун, Надав, Авиуд и семьдесят исроильских старейшин поднялись 10и увидели Бога Исроила. Под ногами у Него было нечто похожее на помост из сапфира, ясный, как само небо. 11Но Всевышний не поднял руку на вождей Исроила. Они видели Всевышнего, ели и пили.

Мусо поднимается на гору Синай

12Вечный сказал Мусо:

– Поднимись ко Мне на гору и останься здесь. Я дам тебе каменные таблички с Законом и повелениями, которые Я написал как наставление этому народу.

13Мусо тронулся в путь со своим помощником Иешуа и взошёл на гору Всевышнего. 14Старейшинам он сказал:

– Ждите нас здесь, пока мы не вернёмся к вам. С вами Хорун и Хур; любой, у кого будет спор, может пойти к ним.

15Когда Мусо поднялся на гору, её окутало облако, 16и слава Вечного опустилась на гору Синай. Шесть дней облако окутывало гору, а на седьмой день Вечный позвал Мусо из облака. 17Для исроильтян слава Вечного была подобна пожирающему огню на вершине горы. 18Мусо вошёл в облако и поднялся на гору. Он оставался на горе сорок дней и сорок ночей.