Exodus 16 – HTB & KLB

Het Boek

Exodus 16:1-36

Brood uit de hemel

1Na het vertrek uit Elim kwamen de Israëlieten in de woestijn Sin tussen Elim en de Sinaï. Dat was zes weken na hun vertrek uit Egypte. 2In die woestijn beklaagden de Israëlieten zich tegenover Mozes en Aäron en zeiden: 3‘Waarom heeft de Here ons niet gewoon in Egypte laten sterven! Daar waren de vleespotten vol en hadden we in elk geval genoeg te eten, maar in deze woestijn zullen we allemaal verhongeren.’

4Toen zei de Here tegen Mozes: ‘Luister, Ik zal voor hen brood uit de hemel laten regenen. Iedereen mag elke dag net zoveel eten verzamelen als hij die dag nodig heeft. Ik zal hen daarmee op de proef stellen om te zien of zij mijn opdrachten uitvoeren. 5Zeg hun dat zij de zesde dag van de week tweemaal zoveel eten verzamelen als op de andere dagen.’

6Mozes en Aäron riepen de Israëlieten bijeen en zeiden: ‘Vanavond zullen jullie merken dat het de Here was die ons uit Egypte heeft bevrijd. 7En morgenochtend zullen jullie nog meer van zijn glorie zien. Hij heeft jullie klachten tegen Hem gehoord. Hij weet dat jullie niet tegen ons klagen, want wie zijn wij tenslotte? 8De Here zal jullie ʼs avonds vlees en ʼs morgens brood te eten geven. 9Kom nu voor de Here staan en luister naar zijn antwoord op jullie klachten.’

10Aäron riep iedereen samen en terwijl hij nog sprak, werd aller blik getrokken naar de woestijn, want daar verscheen de heerlijkheid van de Here vanuit de wolk die hen leidde. 11-12 Toen sprak de Here met Mozes en zei: ‘Ik heb de klachten van de Israëlieten gehoord. Zeg tegen hen: ʼs Avonds zult u vlees eten en ʼs morgens kunt u worden verzadigd met brood. Dan zult u erkennen dat Ik, de Here, uw God ben.’

13Die avond kwam een grote zwerm kwartels uit de lucht en bedekte het kamp en ʼs morgens lag er een laag dauw rond het kamp. 14Toen de dauw was opgetrokken, bleef er een dunne, schilferachtige laag op de woestijnbodem achter. 15De Israëlieten vroegen zich verwonderd af wat dat kon zijn. Mozes verklaarde het raadsel: ‘Dit is het brood dat de Here u als voedsel geeft. 16De Here heeft gezegd dat iedereen het naar behoefte mag verzamelen, neem voor iedere tentgenoot 2,2 liter mee.’

17De Israëlieten verlieten het kamp en verzamelden het brood. 18Toen zij het afmaten, bleek dat er precies genoeg was voor iedereen! Wie veel had verzameld, hield niets over, en wie weinig had verzameld, kwam niets tekort. 19Mozes zei tegen hen: ‘U mag het niet tot de volgende dag bewaren.’ 20Maar sommigen geloofden hem niet en bewaarden toch een deel tot de volgende dag, maar toen kropen de wormen eruit en het stonk. Mozes werd boos omdat zij niet hadden geluisterd.

21Iedereen verzamelde elke morgen zoveel als hij nodig had. En wanneer de zon meer kracht kreeg, smolt het weg. 22Op de zesde dag verzamelden zij twee maal zoveel brood als gewoonlijk: vier viertiende liter per persoon. De leiders van het volk kwamen Mozes echter vragen waarom zij tweemaal zoveel moesten verzamelen. 23Hij legde het hun uit. ‘Dit heeft de Here mij gezegd: “Morgen is het een rustdag, een heilige sabbat voor de Here, kook of bak zoveel als nodig is en bewaar dat voor de volgende dag”.’ 24Zij lieten het eten tot de volgende morgen liggen, zoals Mozes had gezegd, er zaten geen wormen in en het stonk ook niet.

25Mozes zei verder: ‘Dit is uw eten voor vandaag, want het is de sabbat van de Here en vandaag zal er geen brood op de grond te vinden zijn. 26Zes dagen kunt u het verzamelen, maar op de zevende dag niet, dan is het een rustdag.’ 27Toen enkele mensen op de ochtend van de zevende dag toch gingen zoeken, vonden zij niets. Daarom zei de Here tegen Mozes: 28-29 ‘Hoelang zullen deze mensen blijven weigeren Mij te gehoorzamen? De Here heeft de sabbat ingesteld en daarom geeft Hij op de zesde dag brood voor twee dagen. Iedereen moet in zijn tent blijven en niet naar brood gaan zoeken.’ 30Toen rustte het volk op de zevende dag. 31Zij noemden het brood ‘manna’ (dat betekent: ‘Wat is het?’). Het was wit als korianderzaad en smaakte naar honingkoek. 32Toen gaf Mozes het volk nog een opdracht van de Here: zij moesten 2,2 liter van het manna bewaren, zodat latere generaties het brood konden zien, waarmee de Here zijn volk in de woestijn voedde toen zij uit Egypte waren weggetrokken. 33Mozes zei tegen Aäron: ‘Haal een kruik, doe daar 2,2 liter manna in en bewaar het voor de komende geslachten op de plaats waar de Here aanwezig is.’ 34Aäron deed wat de Here Mozes had opgedragen en bewaarde het manna naast de ark in de tabernakel.

35Veertig jaar lang aten de Israëlieten het manna, totdat zij in het land Kanaän aankwamen. 36Voor het afmeten van het manna gebruikte men een vaste maat, een vat van tweeëntwintig en een halve kilo.

Korean Living Bible

출애굽기 16:1-36

만나와 메추라기

1이스라엘 백성은 엘림에서 떠나 엘림과 시내산 사이에 있는 신 광야 에 이르렀다. 그 때는 그들이 이집트에서 나온 지 꼭 한 달째 되는 2월 15일이었다.

2이스라엘 백성이 그 광야에서 모세와 아론을 원망하며

3이렇게 말하였다. “우리가 이집트에서 여호와의 손에 죽었더라면 좋을 뻔했습니다. 거기서 우리는 고기와 빵을 배불리 먹을 수 있었는데 당신들이 우리를 이 광야로 끌어내어 우리가 모조리 굶어 죽게 되었습니다.”

4그때 여호와께서 모세에게 말씀하셨다. “내가 너희를 위하여 하늘에서 양식을 비처럼 내려 주겠다. 그러니 백성들이 매일 나가서 그날그날 필요한 양식을 거두도록 하라. 나는 이것으로 그들이 내 지시에 따르는지 따르지 않는지 시험할 것이다.

56일째 되는 날에는 매일 거두는 분량의 두 배를 거두어 예비하도록 하라.”

6그래서 모세와 아론은 모든 이스라엘 백성에게 말하였다. “오늘 저녁에 여러분은 여러분을 이집트에서 인도해 내신 분이 여호와임을 알게 될 것이며

7아침이 되면 여호와의 영광을 보게 될 것입니다. 여호와께서는 여러분이 불평하는 소리를 들으셨습니다. 우리가 누군데 여러분이 우리를 원망하십니까?”

8그리고 모세는 다시 이렇게 말하였다. “여호와께서 저녁에는 여러분에게 고기를 주어 먹게 하시고 아침에는 빵을 실컷 먹게 하실 것입니다. 이것은 여호와께서 여러분이 불평하는 소리를 들으셨기 때문입니다. 우리가 누구입니까? 여러분이 불평을 하면 그것은 우리에게 대한 불평이 아니라 여호와께 대한 불평입니다.”

9그런 다음 모세는 아론에게 말하였다. “이스라엘 백성이 원망하는 소리를 여호와께서 들으셨으니 모두 여호와 앞에 가까이 나아오라고 말씀하십시오.”

10아론이 백성에게 말할 때 그들이 광야를 바라보니 16:10 원문에는 ‘여호와의 영광이’여호와의 영광의 광채가 구름 가운데 나타났다.

11그때 여호와께서 모세에게 말씀하셨다.

12“나는 이스라엘 백성이 불평하는 소리를 들었다. 너는 그들에게 내가 이렇게 말한다고 일러 주어라. ‘너희가 해 질 때에는 고기를 먹고 아침에는 빵을 배불리 먹을 것이다. 그때 너희는 내가 너희 하나님 여호와임을 알게 될 것이다.’ ”

13저녁에는 메추라기가 날아와서 야영지를 덮었고 아침에는 야영지 주변에 이슬이 내려 있었다.

14그 이슬이 말랐을 때 광야 지면에 작고 둥글며 흰 서리 같은 것이 있었다.

15이스라엘 백성은 그것을 보고 무엇인지 몰라서 “이것이 무엇이냐?” 하고 서로 물었다. 그때 모세가 그들에게 말하였다. “이것은 여호와께서 여러분에게 먹으라고 주신 양식입니다.

16여호와께서는 여러분의 필요에 따라 가족수대로 한 사람 앞에 16:16 히 ‘한오멜’약 2리터씩 거두라고 명령하셨습니다.”

17그래서 이스라엘 백성들은 그것을 거뒀는데 많이 거둔 사람도 있고 적게 거둔 사람도 있었다.

18그들이 거둔 것을 되어 보니 많이 거둔 사람도 남은 것이 없었고 적게 거둔 사람도 부족함이 없이 각자 필요한 만큼 거두었다.

19모세는 그들에게 아무도 그것을 아침까지 남겨 두지 말라고 하였으나

20어떤 사람들은 모세의 말을 듣지 않고 그것을 아침까지 남겨 두었다. 그러나 다음날 아침에 보니 벌레가 생기고 냄새가 났다. 그래서 모세가 그들에게 분노하였다.

21백성들은 아침마다 자기들이 필요한 만큼 거두었으며 해가 뜨겁게 쪼이면 그것은 녹아 버렸다.

226일째 되는 날에는 각자 평일의 두 배인 16:22 히 ‘두오멜’4리터씩 거두고 백성의 모든 지도자들이 모세에게 와서 그것을 보고하였다.

23그때 모세가 그들에게 말하였다. “여호와께서는 내일이 쉬는 날이며 여호와께 거룩한 안식일이므로 구울 것은 굽고 삶을 것은 삶고 그 나머지는 내일 아침까지 간수하라고 명령하셨습니다.”

24그래서 그들은 모세의 명령대로 아침까지 그것을 간수하였으나 냄새도 나지 않고 벌레도 생기지 않았다.

25그때 모세가 말하였다. “여러분은 오늘 그것을 먹으십시오. 오늘은 여호와께 바쳐진 안식일이므로 여러분이 그것을 16:25 또는 ‘들’지면에서 얻지 못할 것입니다.

26여러분이 그것을 6일 동안은 거두겠지만 7일째 되는 안식일에는 없을 것입니다.”

277일째 되는 날에도 어떤 사람들은 그것을 거두러 나갔으나 얻지 못하였다.

28그때 여호와께서 모세에게 말씀하셨다. “너희가 언제까지 내 명령과 지시에 순종하지 않을 작정이냐?

29나 여호와가 너희에게 안식일을 주었으니 6일째 되는 날에는 이틀 먹을 양식을 주겠다. 그러므로 7일째 되는 날에는 아무도 밖으로 나가지 말고 자기 천막 안에 머물러 있거라.”

30그래서 백성들은 7일째 되는 날에 편히 쉬었다.

31이스라엘 백성은 그 이름을 16:31 ‘이것이무엇이냐?’ 라는뜻.‘만나’ 라고 불렀다. 그것은 16:31 히 ‘깟’고수 씨처럼 희고 맛은 꿀 섞은 과자 같았다.

32그때 모세는 백성들에게 여호와의 명령을 이렇게 전하였다. “너희는 만나를 2리터 정도 보관해 두었다가 내가 너희를 이집트에서 인도해 낼 때에 광야에서 너희에게 주어 먹게 한 이 양식을 너희 후손들이 대대로 볼 수 있게 하여라.”

33그리고 모세는 아론에게 항아리를 가져다가 그 속에 만나 약 2리터를 담아 여호와 앞에 두어 대대로 간수하라고 하였다.

34그래서 아론은 여호와께서 모세에게 명령하신 대로 했는데 후에 이 만나 항아리는 성막의 법궤 안에 보관되었다.

35이렇게 해서 이스라엘 백성은 그들이 정착할 가나안 땅에 이를 때까지 40년 동안 만나를 먹었다.

36그리고 16:36 히 ‘오멜은에바의십분의일이더라’그들이 만나를 되는 데 사용한 되는 약 2리터들이의 용기였다.