2 Samuël 6 – Het Boek HTB

Het Boek

2 Samuël 6:1-23

David brengt de ark naar Jeruzalem

1-2 Daarna bracht David opnieuw een speciale troepenmacht van dertigduizend man op de been en trok naar Baäla in Juda om de ark van de Here van de hemelse legers, die bij de engelen woont, naar huis terug te brengen. 3-5De ark werd weggehaald uit het in de heuvels gelegen huis van Abinadab en daarna op een nieuwe wagen gezet. Twee zonen van Abinadab, Uzza en Ahio, begeleidden de wagen. Ahio liep voor de wagen, gevolgd door David en het volk. Zij zongen blij voor de Here en speelden op allerlei instrumenten: citers, harpen, tamboerijnen, rinkelbellen en cimbalen.

6Bij de dorsvloer van Nachon struikelden de ossen voor de wagen en Uzza stak zijn hand uit om te voorkomen dat de ark zou vallen. 7Maar de Here richtte zijn toorn tegen Uzza en doodde hem ter plekke. Levenloos lag hij naast de ark. 8David was vreselijk ontsteld omdat de Here dit had gedaan en noemde deze plaats ‘De plaats van toorn tegen Uzza’ en zo heet hij vandaag de dag nog. 9Met bevend ontzag voor de Here vroeg David zich toen af hoe hij de ark ooit moest terugbrengen. 10Hij besloot hem niet naar de Stad van David te brengen, maar bracht hem naar het huis van Obed-Edom, die afkomstig was uit Gath. 11Daar bleef de ark drie maanden staan en de Here zegende Obed-Edom en zijn hele gezin.

12Toen David dat hoorde, bracht hij de ark naar de Stad van David en maakte er een groot feest van. 13Nadat de mannen die de ark droegen, zes passen hadden gedaan, stopten zij om David de gelegenheid te geven een rund en een gemest lam te offeren. 14In priesterkleding gestoken, danste David uitbundig onder het oog van de Here voor de ark uit. 15Zo brachten David en het volk Israël de ark van de Here met veel gejubel en bazuingeschal terug naar de plaats waar hij hoorde.

16Sauls dochter Michal keek uit het raam toen de stoet de stad binnenkwam. Zij zag hoe koning David voor het oog van de Here danste en sprong en voelde diepe minachting voor hem. 17De ark werd in de tent gezet die David voor dat doel had laten opzetten. Vervolgens bracht hij brandoffers en vredeoffers aan de Here. 18Ook zegende hij het volk in de naam van de Here van de hemelse legers. 19Hij gaf iedereen een geschenk, zowel de mannen als de vrouwen, in de vorm van brood, vlees en druivenkoeken. Toen de hele plechtigheid achter de rug was en iedereen naar huis was gegaan, 20ging ook David naar huis om zijn gezin te zegenen. Maar Michal kwam hem tegemoet en zei met verachting in haar stem: ‘Wat heeft de koning van Israël zich vandaag weer prachtig gedragen! Als een losbandige ging hij halfnaakt over straat en liet zich bekijken door de meisjes langs de weg!’ 21Maar David was het niet met haar eens. ‘Ik danste voor de Here,’ zei hij, ‘die aan mij de voorkeur gaf boven jouw vader en zijn familie en mij aanstelde als leider van zijn volk Israël! Daarom ben ik ook niet bang mijn vreugde in de Here te laten zien. 22Ja, in de toekomst zal ik me nog meer moeten verlagen en vernederen, maar dan nog zullen de meisjes over wie je het had, net zo tegen mij opkijken!’ 23Om haar minachtende houding bleef Michal haar hele verdere leven kinderloos.