Paulusʼ advies aan Timotheüs
1Maar de Heilige Geest zegt ons heel duidelijk dat er een tijd zal komen waarin sommigen in de gemeente zich van Christus afwenden en leraren gaan volgen die zich door de duivel laten leiden. 2Deze schijnheilige leraren vertellen leugens en hebben hun eigen geweten het zwijgen opgelegd. 3Zij zullen zeggen dat het niet goed is om te trouwen en dat je bepaalde dingen niet moet eten, zelfs al heeft God deze dingen gegeven, opdat goed onderwezen christenen er dankbaar van zullen genieten. 4Want alles wat God gemaakt heeft, is goed. Wij mogen het gerust eten, als we er maar dankbaar voor zijn. 5Omdat God gezegd heeft dat het goed is en omdat wij Hem vragen het te zegenen, is alle voedsel aanvaardbaar.
6Als je dit zo aan de anderen uitlegt, doe je je plicht als dienaar van Jezus Christus. Daaruit zal blijken dat je gevoed wordt door het geloof en door het goede onderwijs dat je hebt genoten. 7Verknoei je tijd niet met discussies over zinloze ideeën en flauwe verzinsels. Benut je tijd en energie om geestelijk in conditie te blijven. 8Lichaamsoefening is niet zo nuttig, maar de oefening van de geest is juist wel erg nuttig, het heeft een goede uitwerking op alles wat je doet. Dat zal je niet alleen in dit leven helpen, maar ook in het toekomstige. 9Dit is de waarheid, die iedereen zou moeten aannemen. 10Opdat men dit zal geloven, werken wij hard en moeten wij veel doorstaan, want onze hoop is gericht op de levende God, die de redder van alle mensen is, in het bijzonder van hen die in Hem geloven.
11Zorg ervoor dat je dit aan iedereen onderwijst. 12Niemand mag op je neerkijken omdat je nog jong bent. Wees een voorbeeld door alles wat je zegt en doet, door je liefde, geloof en zuiverheid. 13Tot ik kom, moet je uit de Boeken voorlezen. Leg de gemeente uit wat het betekent en maak het goede nieuws bekend.
14Gebruik de bijzondere gave die God je door zijn profetisch woord heeft gegeven, toen de leiders van de gemeente jou de handen oplegden. 15Doe iets met die gave, zet je voor die taken in, zodat iedereen je vooruitgang zal opmerken. 16Pas goed op jezelf in alles wat je denkt en doet. Blijf trouw aan wat juist en goed is en God zal niet alleen jou redden, maar ook de mensen die naar je luisteren.
Malangizo kwa Timoteyo
1Mzimu akunena momveka bwino kuti mʼmasiku otsiriza anthu ena adzataya chikhulupiriro chawo ndi kutsatira mizimu yonyenga ndi zinthu zophunzitsidwa ndi ziwanda. 2Ziphunzitso zimenezi zimachokera ku chinyengo cha anthu onama, amene chikumbumtima chawo chinamatidwa ndi chitsulo cha moto. 3Iwo amaletsa anthu ukwati ndi kuwalamula kuti asamadye zakudya zina, zimene Mulungu analenga kuti amene anakhulupirira ndi kudziwa choonadi, azidye moyamika. 4Pakuti chilichonse chimene Mulungu analenga ndi chabwino, ndipo chilichonse chisasalidwe, akamachilandira moyamika, 5pakuti chimayeretsedwa ndi mawu a Mulungu ndi pemphero.
6Ngati abale uwalangiza zimenezi, udzakhala mtumiki wabwino wa Khristu Yesu, woleredwa mʼchoonadi cha chikhulupiriro ndi mʼchiphunzitso chabwino chimene wakhala ukutsata. 7Koma upewe nkhani zachabe ndi nthano za amayi okalamba; mʼmalo mwake udziphunzitse kukhala moyo wolemekeza Mulungu. 8Pakuti kulimbitsa thupi kumapindulitsapo pangʼono, koma moyo woopa Mulungu umapindulitsa pa zonse. Umatilonjeza moyo pa moyo uno ndiponso pa moyo umene ukubwerawo.
9Amenewa ndi mawu odalirika ndi oyenera kuwalandira kwathunthu. 10Nʼchifukwa chake timagwira ntchito molimbika ndi kuyesetsa, chifukwa tayika chiyembekezo chathu mwa Mulungu wamoyo, amene ndi Mpulumutsi wa anthu onse, koma makamaka wa amene amakhulupirira.
11Lamulira ndi kuphunzitsa zinthu zimenezi. 12Usalole kuti wina akupeputse chifukwa ndiwe wachinyamata, koma khala chitsanzo kwa okhulupirira pa mayankhulidwe, pa makhalidwe, pa chikondi, pa chikhulupiriro ndi pa kuyera mtima. 13Mpaka nditabwera, udzipereke powerenga mawu a Mulungu kwa anthu, kulalikira ndi kuphunzitsa. 14Usanyozere mphatso yako yomwe inapatsidwa kwa iwe kudzera mʼmawu auneneri pamene gulu la akulu ampingo linakusanjika manja.
15Uzichita zimenezi mosamalitsa ndi modzipereka kwathunthu, kuti aliyense aone kuti ukupita mʼtsogolo. 16Samala kwambiri moyo wako ndi ziphunzitso zako. Uzichitabe zimenezi chifukwa ukatero, udzadzipulumutsa ndiponso udzapulumutsa okumvetsera.
