阿摩司書 3 – CCBT & HTB

Chinese Contemporary Bible (Traditional)

阿摩司書 3:1-15

責備以色列人

1以色列人啊,

要聽耶和華責備你們的話,

責備我從埃及領出來的整個民族的話,

2『世上萬族之中,我只揀選了你們,

所以我要因你們的罪惡而懲罰你們。』」

3若非相約,

二人怎會同行呢?

4若非捕到獵物,

獅子怎會在林中咆哮呢?

若非獵獲食物,

猛獅怎會在洞中吼叫呢?

5若非設下誘餌,

鳥兒怎會陷入網羅呢?

若非有什麼陷進去,

網羅怎會收起來呢?

6若城中響起號角,

居民豈不恐懼顫抖?

若災禍降臨城中,

豈不是耶和華的作為?

7的確,主耶和華不向祂的僕人——眾先知顯明祂的計劃,

就不會採取任何行動。

8獅子吼叫,誰不懼怕呢?

主耶和華已發言,誰能不傳講呢?

9要向亞實突埃及的城堡宣告:

「你們要聚集到撒瑪利亞的山上,

看看城中的混亂和暴虐之事。

10他們不知正道,強取豪奪,

在他們的堡壘中積斂錢財。

這是耶和華說的。」

11所以,主耶和華說:

「敵人要圍攻此地,

攻破他們的防守,

搶掠他們的城堡。」

12耶和華說:

「牧人從獅口中救羊,

只能奪回兩條腿和一塊耳朵。

同樣,住在撒瑪利亞以色列人被救回的時候,

也僅剩一片床榻和一角臥椅。」

13主——萬軍之上帝耶和華說:

「你們要聽這話,去警告雅各家。

14我追討以色列人的罪時,

要摧毀伯特利的祭壇,

將祭壇的角砍落在地。

15我要拆毀過冬和避暑的房屋,

搗毀象牙裝飾的宮殿,

推倒許多宏偉的樓宇。

這是耶和華說的。」

Het Boek

Amos 3:1-15

Zonde brengt scheiding tussen God en het volk

1Luister! Dit is uw vervloeking! De Here heeft die uitgesproken tegen Israël en Juda, tegen het hele volk dat Hij uit Egypte bevrijdde: 2‘Uit alle volken heb Ik uitsluitend u gekozen. Daarom moet Ik u des te zwaarder straffen voor al uw zonden. 3Want hoe kunnen wij met elkaar praten als uw zonden ons scheiden en wij het niet eens worden? 4Zou Ik zonder reden brullen als een leeuw? Geloof Mij, Ik bereid Mij voor u te vernietigen. Zelfs een jonge leeuw laat door zijn grommen al merken dat hij voedsel heeft. 5Een val klapt pas dicht als iemand erop gaat staan, uw straf is welverdiend. 6De alarmklok heeft geluid. Luister en wees bang! Zal in uw land een ramp gebeuren zonder dat Ik daar de hand in heb? 7Maar Ik waarschuw altijd eerst, Ik vertel mijn profeten wat Ik ga doen.’

8De leeuw heeft gebruld, beef van angst. De Oppermachtige Here heeft gesproken, dan moet ik er ook over profeteren.

9Roep de Assyrische en Egyptische leiders vanaf de daken van hun burchten toe dat zij bijeen moeten komen en zeg: ‘Kom naar de bergen van Samaria, dan kunt u zien welke schandalige misdaden Israël heeft begaan. 10Mijn onderdanen hebben vergeten wat het betekent het goede te doen,’ zegt de Here. ‘Hun prachtige huizen liggen vol met de buit van hun diefstallen en roofovervallen. 11Daarom,’ zegt de Oppermachtige Here, ‘is een vijand in aantocht! Hij omsingelt hen en zal hun forten met de grond gelijkmaken en hun huizen leegplunderen.’

12De Here zegt: ‘Een herder probeerde zijn schaap uit de klauwen van een leeuw te redden, maar het was te laat. Hij rukte alleen twee poten en een stuk van het oor uit de muil van de leeuw. Zo zal het ook zijn wanneer de Israëlieten in Samaria eindelijk weer in veiligheid zijn. Zij bezitten dan nog slechts wat schamele huisraad.’

13‘Luister naar deze aankondiging en maak hem in heel Israël bekend,’ zegt de Oppermachtige Here, de God van de hemelse legers: 14‘Op dezelfde dag dat Ik Israël voor haar overtredingen straf, zal Ik de afgodsbeelden in Betel verwoesten. De horens van het altaar zullen worden afgehakt. 15Ik zal ook de prachtige huizen van de rijken, hun winterverblijven en hun zomerhuizen, verwoesten. Hetzelfde zal Ik doen met hun ivoren paleizen.’