撒迦利亞書 3 – CCBT & HTB

Chinese Contemporary Bible (Traditional)

撒迦利亞書 3:1-10

約書亞大祭司

1耶和華又讓我看見約書亞大祭司站在祂的天使面前,撒旦站在約書亞的右邊要控訴他。 2耶和華對撒旦說:「撒旦啊,耶和華斥責你!揀選耶路撒冷的耶和華斥責你!這人豈不像從火中抽出來的一根柴嗎?」 3那時,約書亞穿著污穢的衣服站在天使面前。 4天使對侍立在周圍的說:「脫掉他污穢的衣服。」他又對約書亞說:「看啊,我已除掉你的罪,我要給你穿上華美的衣服。」

5我說:「要給他戴上潔淨的禮冠。」他們便給他戴上潔淨的禮冠、穿上華美的衣服。那時,耶和華的天使站在旁邊。

6耶和華的天使告誡約書亞7「萬軍之耶和華說,『你若遵行我的道,謹守我的吩咐,便可以管理我的家,看守我的院宇。我必讓你在這些侍立的天使中間自由出入。 8約書亞大祭司啊,你和坐在你面前的同伴們聽著,你們都是將來之事的預兆——我將使我僕人大衛的苗裔興起。 9看啊,這是我在約書亞面前安置的石頭,它有七眼3·9 」或作「面」。,我要在上面刻上字,並在一天之內除掉這地方的罪。這是萬軍之耶和華說的。 10到那天,你們將各自邀請鄰居坐在葡萄樹和無花果樹下。這是萬軍之耶和華說的。』」

Het Boek

Zacharia 3:1-10

Feestkleren voor Jozua

1Daarna liet de engel mij de hogepriester Jozua zien. Hij stond vóór de engel van de Here en Satan was ook aanwezig. Satan stond rechts van de engel en bracht vele beschuldigingen tegen Jozua in. 2Maar de Here zei tegen Satan: ‘Ik verwerp uw beschuldigingen, Satan. Want Ik, de Here, heb besloten genadig te zijn voor Jeruzalem. Daarom bestraf Ik u. Ik heb Jozua en dit volk genade geschonken. Zij zijn als een stuk brandend hout dat uit het vuur is gerukt.’

3Jozua had erg vuile kleren aan toen hij voor de engel van de Here stond. 4Toen zei de engel tegen de anderen die daar stonden: ‘Trek hem zijn vuile kleren uit.’ En Zich tot Jozua wendend, zei Hij: ‘Kijk, Ik heb uw zonden van u weggenomen en geef u nu deze feestkleren.’ 5-6 Ik vroeg: ‘Zou hij alstublieft ook een schone tulband kunnen krijgen?’ Zij gaven hem er een en trokken hem ook de schone kleren aan. Toen zei de engel van de Here plechtig tegen Jozua: 7‘De Here van de hemelse legers zegt: “Als u leeft zoals Ik wil en doet wat Ik u opdraag, zal Ik u de verantwoordelijkheid geven voor mijn huis en Ik zal u toegang geven tot mijn heiligdom evenals deze kring van engelen. 8Luister, hogepriester Jozua en al uw andere priesters, u vormt een levend voorteken van de dingen die gaan komen. Begrijpt u het? Jozua is de voorbode van mijn dienaar, de afstammeling van David die Ik zal sturen. 9In de steen die Ik voor Jozua leg en die zeven ogen heeft, zal Ik een inscriptie graveren en Ik zal de zonden van mijn volk binnen één dag verwijderen. 10En daarna,” belooft de Here van de hemelse legers, “zult u allemaal in vrede en welvaart leven en ieder van u zal een eigen huis hebben waar u uw buren kunt uitnodigen.” ’