Jobs Bog 12 – BPH & HTB

Bibelen på hverdagsdansk

Jobs Bog 12:1-25

Jobs fjerde tale: Et svar til Zofar

1Hertil svarede Job:

2„I er så kloge og har svar på alt!

Hvor trist, at visdommen skal uddø med jer!

3Men jeg er nu heller ikke uden forstand,

jeg står ikke tilbage for jer i noget.

Der er jo intet nyt i det, I har sagt.

4Jeg er en retskaffen og retsindig mand.

Når jeg beder til Gud, svarer han mig.

Alligevel håner mine venner mig.

5Det er nemt nok at foragte dem, der har problemer,

når man ikke selv har nogen.

Hvorfor sparker I til en mand, der ligger ned?

6Røvere lever i fred,

de, der trodser Gud, er i sikkerhed.

De tror kun på sig selv og deres egen styrke.

7Du kan lære noget af dyrene!

Fuglene kan fortælle dig det,

8krybdyrene på landjorden ved det,

fiskene i havet kan forklare det for dig.

9De ved alle som en,

at Herren har skabt det hele.

10Han holder enhver skabning i sin hule hånd,

et menneskes liv afhænger af ham.

11Man må vurdere alt, hvad man hører,

ligesom man smager på maden, før man spiser den.

12Visdom søger man hos de ældre,

for livserfaring kommer med årene.

13Gud er kilden til al visdom og magt,

hos ham får man indsigt og gode råd.

14Hvad han bryder ned, kan ikke bygges op.

Hvad han lukker i, kan ingen lukke op.

15Holder han regnen tilbage, bliver jorden til ørken.

Slipper han uvejret løs, bliver der oversvømmelse.

16Visdom og styrke finder du hos ham.

Både bedrageren og den bedragne er i hans magt.

17Han kan sætte samfundets ledere fra magten

og fratage dommere deres ret til at dømme.

18Han kan fjerne konger fra tronen

og gøre dem til slaver i stedet.

19Han kan fratage præster deres tjeneste

og sætte mægtige mænd fra magten.

20Han kan gøre de bedste rådgivere målløse

og fratage de kloge deres tænkeevne.

21Han kan ydmyge de stolte fyrster

og afvæbne de stærke krigere.

22Han kan bringe lys ind i de mørkeste afkroge

og afsløre de dybeste hemmeligheder.

23Han kan gøre nationer stærke,

men også opløse dem igen.

Han kan udvide et lands grænser,

men også sprede befolkningen for alle vinde.

24Han kan berøve regenter deres sunde fornuft

og lade dem vakle rundt i en vejløs ørken,

25så de famler sig frem i mørket uden lys,

raver omkring som berusede.

Het Boek

Job 12:1-25

Job antwoordt Zofar

1Daarop antwoordde Job:

2‘Werkelijk, jullie hebben de wijsheid in pacht! Wanneer jullie sterven, zal het gedaan zijn met de wijsheid!

3Maar ik weet ook wel het een en ander, ik ben echt niet minder dan jullie. De dingen die jullie hebben gezegd, zijn zo algemeen dat iedereen mij die wel kan vertellen.

4Ik, de man die door God werd verhoord wanneer ik om hulp smeekte, ben belachelijk geworden in de ogen van mijn vrienden. Ze bespotten mij nu, mij, een rechtvaardig mens!

5Zij die in welvaart leven, maken degenen belachelijk die maar net het hoofd boven water kunnen houden.

6De tenten van de rovers worden met rust gelaten en zij die God uitdagen, menen Hem de wet te kunnen voorschrijven.

7-9Vraag het maar aan de dieren, zij zullen het jullie wel uitleggen, vraag het de vogels, zij zullen het jullie vertellen, of laat de aarde het vertellen of de vissen uit de zee. Zij allen erkennen dat de Here alles zo heeft gemaakt.

10Want het leven van elk levend wezen is in de hand van God, ook de adem van iedere sterveling.

11Net zoals mijn mond kan proeven of het eten lekker is, zo toetsen mijn oren of het waar is wat ik hoor.

12Oude mensen zijn wijs en een lang leven geeft wijsheid, beweert men.

13Maar alleen God heeft de ware wijsheid en de kracht. Alleen bij Hem kunnen we terecht voor raad en inzicht.

14Hoe groot is zijn macht! Wat Hij afbreekt, kan niet worden herbouwd. Als Hij een mens opsluit, is er geen kans op vrijlating.

15Als Hij de regen tegenhoudt, wordt de aarde een woestijn. Laat Hij de regenstromen los, dan raakt alles overspoeld!

16Ja, van Hem is de kracht en de overwinning! Misleiders en zij die worden misleid, zijn beiden zijn slaven.

17Hij maakt adviseurs en rechters tot dwazen.

18Hij vernedert koningen tot slaven en bevrijdt hun dienaren.

19Priesters voert Hij als slaven weg, Hij werpt machtigen omver.

20Hij snoert betrouwbare adviseurs de mond en berooft de leiders van hun inzicht.

21Hij giet smaad uit over edelen en maakt de sterken zwak.

22Hij legt de geheimen van de diepe duisternis bloot en verjaagt het licht met donkere schaduwen.

23Hij laat volken opkomen en vernietigt ze dan weer. Hij maakt ze groot om ze vervolgens weer tot niets terug te brengen.

24-25 Het verstand van de machthebbers van de aarde neemt Hij weg om hen struikelend en rondtastend te laten dwalen in een ondoordringbare duisternis.’